Thursday, July 22, 2010

Eiger Mittellegigrat - Integrale

Gisteren stond ik rond 9 uur ´s ochtends op de top van de Eiger. Niet via de Heckmaier Nordwand route, dat is definitief een brug te ver (rots tot V+ met op veel plaatsen een dun laagje ijs erover heen, erg los, moeilijk af te zekeren en een vrij grote kans op serieuze rock fall). haalbaar is wel de Mittellegi graat (D). een oude klassieke graatbeklimming die in de jaren 20 van de afgelopen eeuw voor het eerst is uitgevoerd. Rots tot V, maar de moeilijke passages zijn onscherp gemaakt door een groot aantal vaste touwen. jammer is dat die vaste touwen ook in vrij makkelijke passages te vinden zijn wat toch erg invloed heeft op het karakter van de hele beklimming, wat minder authentiek zou ik zeggen. maar toch een grote klassieke onderneming in de Berner Alpen met aan de ene kant het groene weiland van Alpiglen en aan de andere kant het eeuwige ijs van de Eismeere (gletsjers).
De beklimming start van de Mittellegihütte. maar dan klim je in feite maar de helft van de echte Mittellegigraat. Om die reden hebben we besloten om echt vanuit Alpiglen te gaan klimmen. Vanuit daar loop en klim je naar de Osteghütte aan de voet van de graat. die hut staat er sinds 1998 en biedt een perfect en vooral rustig vertrekpunt voor de beklimming. om de hut te bereiken moet je via een Klettersteig door een stijl couloir.
De volgende ochtend zijn we dan naar de sattel, Nord Hörnli en via de Hick naar de Mittellegihütte gegaan. Prachtige tour tot V+, waarbij een groot deel van de route eerder als klauteren in IIe en IIIe graads terrein te beschouwen is. en vergeet natuurlijk niet de losse puin die zo kenmerkend is voor de Eiger.

een gedetailleerde beschrijving van onze route is ook te vinden op http://www.bergtour.ch/gipfelbuch/detail/id/43832














Foto 1 Overzicht van de Eiger rechts (met de gigantische noordwand in de schaduw) en de lange Mittellegigraat van rechts naar links naar beneden trekkend. De Mittellegi-hut ligt ondergeveer halverwege op de graat (op het horizontale stuk) en de Ostegghut helemaal links op het laagste deel van de graat.





















Foto 2 blik vanaf vlak boven de Ostegghut naar de sattel. Typisch het puin waarvoor de Eiger beroemd en berucht is.




















Foto 3 Maar zo gauw het stijler wordt is de rots ook vaster, klauter en klimpassages wisselen af met stijl basisterrein.












Foto 4 de ochtend zon op de Mittellegigraat. Wij waren hier zeer snel onderweg, Mittellegi hut tot summit van de Eiger in 3,5 uur en dat ondanks het vele "verkeer" in de route.













Foto 5 "summit" met op de achtergrond de Jungfrau

Galenstock

Afgelopen zondag heb ik samen met Nando de Galengratverschneidung kunnen klimmen. Is een TD-route van 10 touwlengtes tot maximaal V+ (5c). De standplaatsen zijn ingericht maar voor de rest moet je zelf zorgen. De rots is erg mooi, onderin de 2e lengte een 5c passage op wrijving die met de D-schoenen toch wel erg lastig was om te klimmen. Bovenin dan een 2-tal prachtige versnijdingen die goed met behulp van Cams af te zekeren waren.
Aanloop ´s ochtends vanaf de Furkapass via de gletsjer naar het begin van de route (2uur) en dan klimmen 4-6 uur klimmen. Wij hebben op de D-schoenen en met de rugzak op 5 uur geklommen.
Een goede topo is te vinden in de Plaisier Oost gids van Jürg von Känel en natuurlijk in de SAC-Führer.
















Foto 1 De Galenstock vanaf de Furkapass, de Galengratversnijding eindigt helemaal links vlak onder het punt waar de sneeuw begint. Wij zijn vanaf die punt ca. 50 m naar rechts getraverseerd en hebben dan via 4 keer abseilen de gletsjer weten te bereiken.




















Foto 2 voorklimmend door de bloemetjes van lengte 3





















Foto 3 De laatste lengte, Nando klimt voor door de prachtige versnijding.

Sunday, July 11, 2010

Alpien Plus trainingsweek



In het kader van het Alpien Plus project heb ik afgelopen week in de Ecrins een aantal mooie routes kunnen klimmen. Het idee van Alpien Plus is dat onder leiding van een Franse gids en een tweetal instructeurs van de NKBV geambitioneerde alpinisten zelfstandig grotere rots en ijstochten ondernemen. Techniek, tactiek en veiligheid zijn de centrale themas. Touwgroepen in wisselende samenstelling en natuurlijk afhankelijk van het weer beklimmen dan D tot ED routes.
Ik heb in de afgelopen week gelijk een viertal D- tot D+ routes kunnen klimmen:
1. zondag samen met Minke: Tete de la Maye, eerste deel van "du 5 a tire-larigot" VI- en dan halverwege overgestapt op de "Tu ris, Maye" VII+. ik moet wel bekennen dat die VII plaatpassages echt de glad waren voor mij. al met al wel een goed ingerichte route waar je juist prima aan je techniek kunt werken en dus af een toe gewoon kunt A0 als je er niet uitkomt.




















(de Tete de la Maye vanaf de camping, de route loopt door het centrale deel van de wand)

2. maandag met Cornee via La Grave naar de Refuge du Sele (uiteraard hebben we ´s ochtends eerst nog twee touwlengtes geklommen). Dinsdag dan de Point d´Amont Noord kante (3338m). De route is met V+ gewaardeerd, 850m lengte met een leuke aanloop van 1 uur vanaf de refuge en een nogal interessante afdaling als je zoals wij niet goed de topo bestudeert. De rots en de aard van de route zijn in het algemeen goed vergelijkbaar met de Badile Noordkante. Ook al is de Badile nog wat langer heb je in principe de berg voor je alleen, moet je standplaatsen en tussenzekeringen zelf plaatsen (wat ook goed gaat) en liggen de moeilijkheden bij 2 touwlengtes rond de 5c.





















(de noordgraat van de Point d´Amont in de avondzon vanaf de hut, prachtig)
















(Cornee in de tweede 5c lengte. prachtige vaste Ecrins graniet in geel en bruin)

3. woensdag nog met Cornee doorgegaan op de Aiguille Dibona. In tegenstelling tot de meeste touwgroepen wilden wij natuurlijk niet de compleet ingeboorde Visite Obilgatoire klimmen maar de alpiene Voie des Savoyards, VII-. Een super route met een spectaculaire traverse onder het dak door. Cornee heeft beide 6a-lengtes netjes voorgeklommen. Dit was voor mij net nog een tik te spannend. maar ook het naklimmen met de rugzak zorgde voor voldoende uitdaging.

4. als afsluiter ben ik dan met Sigrid donderdag nog een keer via La Grave naar de zo gezellige refuge du Sele gelopen om dan vrijdag ochtend vanuit die hut de Pilier Candeau in de Rateau zuidwand te klimmen. 2 uur aanlopen, 6 uur klimmen om 500 m pijler te scoren (ca 11 lengtes) met een moeilijkheidsgraad tot V+, uiteraard alles compleet zelf af te zekeren.















(De brede summit ridge van de Rateau gezien vanaf de Point d´Amont, onze route liep via de linker pijler. De twee pijler kunnen vanaf hier goed aan de hand van hun laagste punten in de gletsjer worden onderscheiden)




















(De candeau pijler gezien vanaf de gletsjer)


Al met al een super ervaring met over het algemeen positief feedback van de leiding. volgende stappen zijn nu langere tochten van hetzelfde niveau en proberen mijn voorklimniveau op eigen protection van V+ naar VI-/VI te pimpen. Daar wil ik nu de rest van de zomer aan werken. ben nu een paar dagen thuis en hoop eind van de week weer de Alpen in te kunnen.