Sunday, October 21, 2007

Zwarte koffie in een witte woestijn!

More winter-experiences in the arctic cold of Canadian glaciers. Het volgende artikel is ook in het bergsport-tijdsschrift "Limits" verschenen. Paul heeft dit verhaal over onze 5 daagse gletsjer-traverse over de Wapta-Icefields geschreven. Omdat we arktische koude van -30 als een sterk contrast tot die zwarte koffie hebben ervaren hadden we het artikel de title "zwarte koffie in een witte woestijn" gegeven. Na het artikel gelezen te hebben heeft de Limits-redactie de titel verandert in "zwarte tenen in een witte woestijn"...

De Canadezen aan het kerstdiner verklaarden ons voor gek. De Wapta-icefields is een tocht voor zachte temperaturen en lange dagen ergens in April, niet voor de voorspelde –25/30C tempraturen van december.

Het plan was een skitocht van vijf dagen over een rij gletsjers in de Rocky Mountains, niet ver van Lake Louise. Er waren hutjes onder weg, maar om maximaal gebruik te maken van het daglicht besloten we te kamperen. Dit was de reden. Het verlangen had ons lang daarvoor al geplaatst in velden van onaangetaste poedersneeuw, de veranderende kleuren en de wilde dromen van het winterkamperen; er moest gekampeerd worden.

Wanneer we vertrekken vanuit de Num-Ti-Jah-Lodge lijkt het toch fileskiën te worden, een spoor geeft de richting aan. De pijn van de eerste kilometers verdubbelt bij de eerste korte helling van 40 graden waar een dikke laag poeder het noodzakelijk maakt om de ski’s op de schouders te nemen en omhoog te worstelen. Bovenaan gekomen blijkt een gids met twee klanten ons te vergezellen tot de eerste hut, zij zouden daar blijven en de volgende dag terug skiën. Het skispoor is gelukkig verdwenen.

Halverwege de bergpas die we beklimmen maakt de pijn plaats voor ritme, de snijdende koude is verdwenen. Skiën bij deze temperaturen is comfortabel zolang je maar blijft bewegen, pauzes bestaan uit snel vocht bijtanken uit de thermos, een muslireep wegstouwen , roepen hoe mooi het is en dan weer gaan.

Om 16.30 begint de St.Nicolas Peak te kleuren, van licht oranje naar roze (foto 1). We hebben de Bowhut inmiddels een klein uur achter ons en staan voor het eerst bovenop het icefield, tijd om kamp te maken. Snel de donsjacks aan om de warmte vast te houden en dan duiken we zwijgend in aloude patronen van werkverdeling, dit is niet de eerste tocht die we samen doen en ieder weet zijn taken. Winterkamperen vergt een nauwgezet regime. Doel is om zo snel mogelijk in de slaapzakken te liggen. Martin is bezig om sneeuw te smelten voor bouillon en diner terwijl ik een plateau aan het uitgraven ben en de tent opzet. Hoe geoefend ook, de eerste avond duurt het altijd langer. Routine moet elke tocht weer opnieuw geslepen worden.Als ik de bouillon door mijn lichaam voel trekken, staat het kamp en is het inmiddels donker, 8.00 het begint licht te sneeuwen, tijd om in onze slaapzakken te kruipen.


Na een nacht van 13 uur, wordt ik wakker gemaakt door Martin met koffie. Ons regime dicteert dat hij ’s ochtends verse filterkoffie zet. Een van de ‘highlights’ van de dag. Ik denk dat elke wandelaar of klimmer iets onverantwoords mee moet nemen, wij slepen op elke tocht verse koffie mee. Het ware geluk is de geur en smaak tot ver in je tenen te laten stromen terwijl we onze omgeving in ons opnemen. Het overgrote deel van de dag brengen we zwijgend geabsorbeerd door, maar deze vijf minuten is altijd gevuld met het letterlijk uitschreeuwen van de heerlijkheid van koffie en de ons omringende wildernis. Het belooft een stralende dag te worden. Diep in het dal onder ons kun je icefield highway zien liggen, voor ons liggen kilometers sneeuw.

Na een warming-up van een uur (foto 2, 3 en 4) mogen we naar beneden! Even wennen aan een rugzak die bij deze snelheid constant de andere kant op schijnt te willen dan met tranen in de ogen naar beneden, hard, harder (foto 5).

We passeren de Balfour hut, iemand is zo snugger geweest om het raam open te laten staan en de hele hut ligt vol met fijn stuifsneeuw, op deze momenten is het goed om met de tent te zijn, we sluiten het raam maar kunnen niet in de hut. De volgende gasten zullen als zij laat aan komen in de hut verminderd gelukkig zijn.


De volgende ochtend zitten we in een complete ‘white-out’ we moeten stijl omhoog naar Balfour High Col met een traverse langs een aantal sneeuwoverhangen en ijsvallen. Weinig gerust klimmen we twee uur lang gestaag. Alles is even wit en doodstil. Bij het vermoeden dat we de op de pas zitten besluiten we te wachten, we moeten hier een gletsjer af maar zonder zicht is dit zelfs met GPS navigeren in dit terrein gelijk aan suïcide. Het geluk lacht ons toe: Na een uur trekt het open en we zien de gletsjer met haar open crevaches in de diepte liggen. De scherpe toppen in de verte zijn bedekt met een zalmroze sluierbewolking. De piramidevormige Mt. Daily tekent zich scherp af, rechts daarnaast Mt. Niles - onze kampeerplaats (foto 6)! In de laatste uurtjes licht skiën we heel voorzichtig naar beneden. Van het uur wachten zijn we koud en de gletsjer vergt beleid. De zon komt terug en we krijgen een sprookjesachtige zonsondergang geserveerd bij onze stamppot-preischotel (foto 7).

De volgende dag moeten we direct stijl afdalen. Het is definitief avalanche-area. De kaarten zijn niet vergelijkbaar met de Zwitserse legerkaarten en zo blijft het routevinden iets van gokken. naar een meer, langzaam komen we weer in de bomen terecht. Absurde hoeveelheden sneeuw blijven hangen tussen de bomen, en ladingen sneeuw belanden precies bij ons in nek, 6 uur lang slingeren we ons van boom tot boom en hobbelen vervolgens een riviertje af, een soort buckel-piste voor gevorderden.

Op het meer schijnt de zon, overal om ons heen bergen, de whiskey komt snel dichterbij. Maar om 16.00 verlaat de zon ons weer, alsof de deur van de vrieskist nu definitief dicht gaat. We zijn moe en de arctische koude heeft ons weer in haar kille greep. Maar we zingen de laatste twee uur de vermoeidheid weg, aan het eind van het meer verraden sneeuwschoensporen de naderende beschaving.

Uren later in de hotpool met een glas whiskey hervatten we de discussie met een aantal Canadezen. Het is gekte skiën bij deze koude, het zorgt voor zwarte tenen, en uitleggen hoe het was kan niet, geen woorden voor, we mompelen wat over ‘enchanting’ en ‘tranquillizing’ en beginnen nieuwe plannen te maken.

Boek “Skitrails in the Canadian Rockies” van Chic Scott.

Speciale map “Wapta Traverse:Murray Toft's Touring the Wapta Icefields” map, (verkrijgbaar in Banff).